Taalontwikkeling bij peuters

De peuterfase is een belangrijke periode waarin peuters hun spraak en taal ontwikkelen. Hier geven we jou een idee van wat jouw kind op een bepaalde leeftijd zou moeten kunnen.

Er zijn vastgestelde mijlpalen voor de taalontwikkeling bij peuters, die we hieronder op een rij zetten. Daarna geven we nog een aantal tips voor het stimuleren van de taal bij peuters. Het is belangrijk om gedurende deze periode als ouder de focus te leggen op taalontwikkeling bij peuters, maar besef dat dit natuurlijk gaat en dat elk kind zijn of haar eigen tempo volgt. Mocht je toch twijfelen over de ontwikkeling van het taalvermogen van jouw kind kun je altijd contact opnemen.

Belangrijke ontwikkelingen bij de spraak- en taalontwikkeling

Meestal beginnen kinderen na hun eerste en voor hun tweede verjaardag de eerste woordjes te zeggen. Als een kind ongeveer anderhalf jaar oud is zegt het doorgaans tussen de 10 en 20 woordjes. Vanaf de tweede verjaardag versnelt de spraak en taal van jouw peuter en soms leert een kind in die fase wel 10 extra woorden per week. Daarnaast kunnen ook anderen jouw kind steeds beter verstaan en leert het correct complete zinnen maken. Doordat het kind ook met anderen praat groeit het taalvermogen snel en wordt de ontwikkeling van taal bij peuters verstevigd.

TAALONTWIKKELING test

Wil je een indicatie voor de taalontwikkeling  van je kind? Doe dan de test hieronder

Taalonwikkeling kind
In welke leeftijdscategorie zit uw kind?
Begrijpt uw kind opdrachtjes van 2 woorden? (bijv. “jas aan”, “papa boek”)
Kan uw kind 1 of meer lichaamsdelen aanwijzen (bijv. “Waar zit je neus?”
Zegt uw kind in totaal ongeveer 10 woordjes?
Begrijpt uw kind opdrachtjes van 2 woorden? (bijv. “jas aan”, “papa boek”)
Kan uw kind 1 of meer lichaamsdelen aanwijzen (bijv. “Waar zit je neus?”
Zegt uw kind in totaal ongeveer 10 woordjes?
Begrijpt uw kind zinnetjes van 3 woorden (bijv. “op de stoel”, “in de tuin”)
Kan uw kind twee woordjes combineren zoals “papa boek” of “kijk poes”?
Begrijpt uw kind opdrachtjes van 2 woorden? (bijv. “jas aan”, “papa boek”)
Kan uw kind 1 of meer lichaamsdelen aanwijzen (bijv. “Waar zit je neus?”
Zegt uw kind in totaal ongeveer 10 woordjes?
Begrijpt uw kind zinnetjes van 3 woorden (bijv. “op de stoel”, “in de tuin”)
Kan uw kind twee woordjes combineren zoals “papa boek” of “kijk poes”?
Kan uw kind zinnetjes van 3 woorden maken? (bijv. “popje muts opheb- ben”, “auto in garage”)
Zet uw kind 3 tot 4 woorden achter elkaar? (bijv. “ik koekje wil hebben”, “wij gaan ook zingen”)
Begrijpt uw kind opdrachtjes van 2 woorden? (bijv. “jas aan”, “papa boek”)
Kan uw kind 1 of meer lichaamsdelen aanwijzen (bijv. “Waar zit je neus?”
Zegt uw kind in totaal ongeveer 10 woordjes?
Begrijpt uw kind zinnetjes van 3 woorden (bijv. “op de stoel”, “in de tuin”)
Kan uw kind twee woordjes combineren zoals “papa boek” of “kijk poes”?
Kan uw kind zinnetjes van 3 woorden maken? (bijv. “popje muts opheb- ben”, “auto in garage”)
Kan uw kind zinnetjes van 3 woorden maken? (bijv. “popje muts opheb- ben”, “auto in garage”)
Kunt u ongeveer de helft van uw kind verstaan?
Vertelt uw kind weleens spontaan een verhaaltje? (bijv. over wat uw kind die dag heeft gedaan)
Kan uw kind een verhaaltje navertellen bij een aantal plaatjes?
Zet uw kind 3 tot 4 woorden achter elkaar? (bijv. “ik koekje wil hebben”, “wij gaan ook zingen”)
Kunt u ongeveer driekwart van uw kind verstaan?
Maakt uw kind ook heel lange zinnen? (bijv. “Als ik later groot ben, dan wil ik graag kok worden.”)
De helft van wat mijn kind zegt is verstaanbaar voor anderen.
Mijn kind vertelt spontaan wel eens een verhaaltje, ik kan dit nog niet altijd volgen.
Mijn kind gebruikt persoonlijk voornaamwoorden (zoals hij, zij, wij, jullie, etc.)
Mijn kind gebruikt taal (woorden) om duidelijk te maken wat hij/zij wil.
Mijn kind kan zinnen maken van 4 woorden of meer.
Mijn kind begrijpt meervoudige opdrachten (bijv. pak eerst je tas en daarna je jas).
Mijn kind gebruikt persoonlijk voornaamwoorden (zoals hij, zij, hem, haar, etc.) op de juiste manier.
Mijn kind vertelt spontaan wel eens een verhaaltje, ik kan dit nog niet altijd volgen.
Mijn kind kan een verhaaltje navertellen bijvoorbeeld bij het zien van plaatjes of bij een prentenboek.
Ongeveer driekwart van wat mijn kind vertelt is verstaanbaar voor anderen.
Mijn kind maakt langere zinnen, van ongeveer 6 to 8 woorden, maar maakt nog wel fouten in vervoegingen en meervoudsvormen.
Mijn kind begrijpt meervoudige opdrachten (bijv. pak eerst je tas en daarna je jas).
Mijn kind maakt lange zinnen en maakt ook samengestelde zinnen (bijv. met want, omdat).
Mijn kind kan een verhaaltje navertellen bijvoorbeeld bij het zien van plaatjes of bij een prentenboek.
Mijn kind is verstaanbaar voor iedereen.
Mijn kind maakt langere zinnen, van ongeveer 6 to 8 woorden, maar maakt nog wel fouten in vervoegingen en meervoudsvormen.
Mijn kind kan iets wat hij heeft meegemaakt duidelijk vertellen.

 

Nu zetten we belangrijke mijlpalen op een rij.

Dit zijn cruciale mijlpalen

Dit zijn belangrijke mijlpalen bij verschillende leeftijden:

  • Met twee jaar zijn kinderen in staat om twee-woord zinnen te maken. Daarnaast kunnen ze hun eigen lichaamsdelen op verzoek aangeven. Kinderen zijn in staat simpele opdrachten uit te voeren en vragen te beantwoorden. Verder kunnen kinderen tot tien verschillende woordjes gebruiken.
  • Met drie jaar kunnen kinderen circa 1.000 woorden daadwerkelijk zeggen. Ze kunnen er daarbij zelfs wel 1.250 toe passen. Daarnaast zijn kinderen van 3 in principe in staat om werkwoorden correct te vervoegen en meervouden te maken. Daarnaast kunnen ze zinnen van 3,4 of 5 woorden samenstellen.
  • Met vier jaar kunnen kinderen doorgaans volledige zinnen maken en kunnen ze ook samengestelde zinnen moeiteloos opnoemen. Daarnaast kunnen ze uit zichzelf een verhaal vertellen en logische antwoorden geven aan de hand van jouw vragen.

Drie tips voor het ontwikkelen van de taalvaardigheden van jouw peuter

Drie belangrijke zaken op een rij:

  • Gebruik de directe omgeving van het kind. Wijs naar voorwerpen en probeer het kind de naam te laten zeggen. Zo kun je taalontwikkeling peuter oefeningen eenvoudig implementeren tijdens het dagelijks leven.
  • Daarnaast is voorlezen belangrijk. Kinderen breiden zo hun woordenschat uit en leren woorden in hun context te plaatsen. Heerlijk ontspannen om te doen voor het slapen gaan en bijzonder goed voor de taalontwikkeling bij peuters! Boeken die rijmen, moedigen het kind aan om mee te denken en te praten.
  • Een andere manier om de taalontwikkeling te bevorderen is als je jouw kind vertelt wat je (samen) doet tijdens het dagelijks leven. Bijvoorbeeld als je aan het schoonmaken bent, bij het in bad gaan, en zo voort. Vertel daarbij wat je doet, hoe het gebeurt en neem je kind mee in het verhaal. Hoewel je kind misschien niet direct reageert, leert het wel nieuwe woorden die vanzelf een keer terugkomen.

Taalontwikkelingsstoornis: Hoe vaak komt het voor?

Naar schattig heeft 7% van de kinderen in de leeftijd van 5 jaar te maken met een taalontwikkelingsstoornis. Dat komt neer op twee kinderen per schoolklas. Het precieze aantal is nog niet onderzocht. Bij jongens komt een taalontwikkelingsstoornis vaker voor dan bij meisjes.

Taalontwikkeling bij peuters: Neem contact op bij vragen!

Nogmaals willen we hierbij benadrukken dat elk kind zich op zijn of haar eigen tempo ontwikkelingen doormaakt. Bij twijfel over een taalontwikkeling peuter achterstand. Het is verstandig om contact op te nemen met een deskundige.

Deze bezit de vaardigheden om een achterstand in de taalontwikkeling van jouw peuter vaststellen. Deze kan jou eventueel taalontwikkeling oefeningen voor de peuter meegeven die hem of haar stimuleren om te praten en op niveau te komen. Dit gebeurt op een speelse en leuke manier die bewezen effectief is. Het is ook mogelijk dat er een fysieke oorzaak speelt waardoor de taalontwikkeling baby achter blijft. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat jouw peuter niet goed kan horen. Onze deskundige kan je dan doorverwijzen naar een arts.

Kinderen en logopedie meer informatie lees hier verder: